Hier vindt u meer informatie over de cursus streektaal en streekcultuur, en het inschrijfformulier.
Over de taal van
Rijssen (Riessen)
De taal van Rijssen: Twents-Graafschaps
Op de streektaalkaart van Nederland ligt Rijssen in het rode gebied waar een variant van het Nedersaksisch wordt gesproken die Twents-Graafschaps wordt genoemd. Iets meer naar het oosten wordt Twents gesproken volgens de taalkundige Jo Daan, die deze kaart in 1968 tekende voor de Atlas van Nederland.
De grens tussen het “echte” Twents en Twents-Graafschaps werd in 1948 door Bezoen getrokken. Ten noordoosten van de grens zei men toen keark of kearke voor ‘kerk’ (in het ‘echte’ Twents), meer westelijk kaarke of karke. In Rijssen is het koarke. Volgens de informanten van het Woordenboek van Overijssel zegt men ook karke, maar in geen geval keark(e).
In heel Twente, zowel west als oost, wordt echter niet steark, maar staark gezegd voor ‘sterk’; Rijssen heeft hier stoark.
In de Reggestreek, het gebied waar Rijssen ligt, worden bepaalde typisch Twentse woorden niet gehoord, bijv. wicht = meisje (in Rijssen: deerntje(n), meaken) en wel = wie (vragend voornaamwoord) (in Rijssen: wee).
Ie kwam in plaats van doe
Rijssen ligt in het gebied waar in de tijd dat G.G. Kloeke zijn artikel “De taal van Overijssel” schreef, doe als aanspreekvorm gebruikt werd. Dat doet men nu niet meer: “jij” is nu ie geworden:
wol ie zeggen det... ‘wou jij zeggen dat...’
ie zeet toch det e gangs is ‘je ziet toch dat hij bezig is’
Meer over het Riessens vindt u hier.