Hier vindt u meer informatie over de cursus streektaal en streekcultuur, en het inschrijfformulier.
Auteurs uit
Ommen
Broos Seemann
K.H.M. (Broos) Seemann (Deventer, 03-02-1934 – Lemele, 1998) ging in zijn jeugd dikwijls naar het huis van zijn oom in Junne bij Ommen. Naar deze buurtschap was zijn vader met zijn ouders vanuit Duitsland in 1892 verhuisd. Tijdens het logeren in Junne ontstond de liefde voor Salland en het dialect. ‘De Petrolie-kereltjes en andere verhalen’ (Raalte; Guldemond, 1984) is geïnspireerd door zijn verblijf in Junne.
‘Hee möt doar in de bos-umkraansde dörpkes good ekekn en elösterd hebn, want hee gef oons de sfeer en eagnheid van de stille, zwiegzame 'Saksers' good wier en leg ze weurde in n moond dee oavertuugt’, aldus Frank Löwik in: http://members.home.nl/goaitsen/dnt/kuurd.htm
Seemann werd onderwijzer, in 1965 in Lemelerveld en ging daar wonen. De omgeving inspireerde hem tot het schrijven van meer dan tweeduizend verhalen over het dagelijks leven in ‘Broenvenne’.
Seemann werd een meester in het schrijven van korte verhalen. Hij schreef zijn verhalen meestal in het Nederlands, maar ook dan kleurt en verrijkt hij ze met woorden, uitdrukkingen en een manier van zeggen en denken die eigen is aan de Sallandse omgeving. Daardoor onderscheidt hij zich binnen de streektaalliteratuur. Met woorden als 'mangs', 'alderjekes' en 'vosselde' versterkt hij de sfeer van de verhalen. Soms weet hij een surrealistische sfeer op te roepen, zoals in ‘De Minister’. ‘Bladharken’ (1990) is het enige boek van Seemann dat geheel in het dialect is geschreven. Hij schreef het als de ‘Naober uut Overiessel’ voor het programma Um de middagpot van Omroep Gelderland.
Seemann publiceerde zijn verhalen meestal eerst in het Sallands Dagblad (1964-1998) en vanaf 1997 ook in het Deventer Dagblad. In De Lemelervelder (1981-1986) verschenen zijn verhalen onder de titel ‘Harm en Eultien’ en in Nieuws uit Ommen (1995- 1998) onder de titel ‘Noe nog’s wat’.
Broos Seemann was een gewaardeerd lid van de Overijsselse en Sallandse Schrieverskring. Als hij meedeed aan literaire wedstrijden voor streektaalschrijvers won hij vrijwel altijd. Na zijn overlijden verscheen een bloemlezing uit zijn werk: ‘Het Beste van Broos. Verhalen van Broos Seemann’ (Kampen; IJsselacademie, 2002.190 p.)
Het hoorspel ‘Gonna’, 27-11-1986 uitgezonden door RTV-Oost, is te beluisteren op: http://www.allesplat.nl/luisterboeken/
Bron: WieiswieinOverijssel.nl
Bron: H. Entjes –Streektaalliteratuur in Overijssel na 1945 (Driemaandelijkse Bladen 1991. P. 63 t/m 94)
Dieks Makkinga
Dieks Makkinga (Ommen, 04-11-1919 - 24-01-1995) was ambtenaar bij de gemeente en Ommenaar in hart en nieren. Hij was heroprichter en redacteur van het tijdschrift de ‘Dàrde Klokke; Drie moandeleks tiedschrift veur Ommen en de Gemienschap van Oll Ommen ‘en stond aan de wieg van ‘De Moespot’, een vörreljaors verschienend tiedschrift veur proza en dichteri'je in 't Nedersaksisch.
Makkinga voelde zich zeer betrokken bij het wel en wee van de gemeente en de regio en trad regelmatig op als actievoerder als hij meende dat het historisch besef te veel naar de achtergrond verdween. Zo heeft hij zich in de jaren zeventig van de vorige eeuw sterk gemaakt voor het instellen van een jaarlijkse herdenking van ‘De slag bij Ane’, op 27/28 juli 1227, en is op zijn initiatief het monument onthuld dat herinnert aan het ‘Afwerpterrein Stegeren 1944 – 1945’. De verhalen en gedichten van Dieks Makkinga zijn grotendeels verzameld in: Een wanne vol Ommer varsies (Ommen, in eigen beheer, 1975. 31 blz.) . Later verscheen: ‘A’k d'ogen dichte doe’ (Ommen, Boekhandel Diek, 1996, 187 blz.).
Het gedicht Ommen is ook opgenomen in de Canon van Ommen. Die veere in: Verrassend Nedersaksisch (Uitgeverij kleine Uil, 2010 ). V
eilegiesspelde. In: De Darde Klokke, nummer 151 p. 11, en enkele korte verhalen. In: De Darde Klokke 2010, nr. 1.
Slag bi’j Oane’ is te beluisteren op: http://www.azaz.nl/slagbijane/geluid/dieks.htm
G. Steen
G. Steen (Ommen, 13-08-1904) werkte 47 jaar op de gemeentesecretarie van Ommen. Toen de stad 700 jaar bestond schreef hij De geschiedenis van Ommen (Ommen, 1948), samen met Willem Velsink. Toen het nieuwe gemeentehuis in gebruik werd genomen schreef hij Ommen rond de negentiende eeuw (Ommen, 1992). Hij schreef ook in de streektaal, zoals De dikke denne (in: De Moespot; nr. 52. p. 7), Het Laer en Beernbörg in ’t Witte Peerd.
Aar van de Werfhorst
Aar van de Werfhorst (pseudoniem van Pieter Gerhardus Jansen, 1907-1994) schreef de streekroman Jennechien (Deventer: Kluwer, 1932). Deze roman is doorspekt met folkloristische bijzonderheden, en speelt zich af tijdens de overgang van de 19e naar de 20e eeuw. Het verhaal speelt zich af op de grens van Salland en Twente. De dialogen in deze roman zijn geschreven in streektaal. Aar van de Werfhorst schreef in totaal veertien romans.
Lees meer over Aar van de Werfhorst op Wie is Wie in Overijssel.
Evert Dijk
Evert Dijk (Vinkenbuurt, Ommen, 1914 - 1982) was boer, schrijver, dichter en amateurhistoricus. Hij publiceerde zijn verhalen en gedichten meestal als Evert Diek. Na zijn overlijden zijn die verzameld en geredigeerd uitgegeven in: Als de dag van gisteren: verhalen uit het leven van Evert Dijk (Ommen: Historische Kring Ommen, 2004). Het zijn in de streektaal geschreven herinneringen over de periode 1920-1931 van een boerenzoon uit Vinkenbuurt, die de lagere school in Balkbrug bezocht en als 13-jarige jongen boerenknecht werd in Vilsteren, daarna in Dalmsholte en later bij een Rouveense boer in Riesthorst (IJhorst). Het boek geeft een goed tijdsbeeld. Tussen de verschillende hoofdstukken zijn ‘rijmen en gedichten’ opgenomen.
Lammie de Wilde-Knol
Lammie de Wilde-Knol (Beerzerveld, 20-10-1923 – 10-09-2000) is een nichtje van de schrijver Aar van de Werfhorst. Ze werkte op een kapitale boerderij bij Beerzerveld, waar ze Rinke de Wilde leerde kennen. Samen bleven ze in dienst van de familie Westerdijk. Lammie ging gedichten schrijven, deed mee aan wedstrijden van dagblad Tubantia en van de IJsselacademie en viel regelmatig in de prijzen. Zo is bijvoorbeeld een verhaal gepubliceerd in Zwarte bezen op brandewien (IJsselacademie, 1982). In 1984 droeg ze gedichten voor op een bijeenkomst van de Christelijke Plattelandsvrouwenbond in de Buitensociëteit in Zwolle. Dat was het begin van heel veel voordrachtavonden, waarbij haar gedichten de basis vormden. Haar gedichten zijn verzameld in "Vassies uut het Oldambt van Beerzerveld" (Nieuwleusen, In eigen beheer, 2012). Verwachting in: De Moespot, nr. 157, p. 12.
Stadsdichters van Ommen
Annie Slots-Brinkhuis, geboren in Luttenberg, woont al meer dan veertig jaar in de buurtschap Archem. Ze publiceerde regelmatig in 't Lemels Arfgoed en heeft voor streektaalzanger Aalt Westerman uit Nieuwleusen een liedtekst geschreven.
Annie werd in september 2009, op vijfenzeventigjarige leeftijd, benoemd als eerste Stadsdichter van Ommen. ‘Ik schrijf wel vaker gedichten. Ik vind dat mooi om te doen.’
Anton Dijk woont in Lemele op een boerderij, op de grens van gemeenten Ommen en Dalfsen. De rustige omgeving en de dagelijkse verzorging van jongvee en paarden geven hem inspiratie voor het dichten. Dat begon met voordrachten en samenspraken in het jeugdwerk, maar gaandeweg kreeg Anton de slag te pakken en dat opende de weg naar het echte dichtwerk. Hij publiceerde regelmatig in 't Lemels Arfgoed.
In 2010 werd hij de tweede Stadsdichter van Ommen, op tweeënzeventigjarige leeftijd . Als stadsdichter wilde hij vooral in de streektaal dichten, maar wethouder Slee verzocht hem om vooral ook in het Nederlands te schrijven, zodat de lezer minder moeite zou moeten doen voor het lezen van zijn gedichten.
Jannes Kuik, eigenaar van Café Restaurant De Wildzang, Stationsweg 31, Ommen, was in 2011 de derde Stadsdichter van Ommen. Als Stadsdichter schreef hij in het Nederlands, maar ook regelmatig in de streektaal. Karrespeur van Gees was het winnend gedicht RTV-Drenthe mei 2012.
Fragment: Karrespeur van Gees // ‘t Was daor achter Gees, gevulig / schoefelde veurjaor uut begierde grond. / Opgedreugd karrespeur drèeide eindeloos / zien rondties um zwarte bouw. / Umarmd tussen nunenpad an de kaant, / in ’t midden gruizaam laand (…).
Kijk op de site van de gemeente Ommen voor de gedichten die Annie, Anton en Jannes als stadsdichters schreven.
Johanna Hendrika Harsta-Ardesch
Johanna Hendrika Harsta-Ardesch (Ambt Ommen, 23-09-1902 – Wierden,?) schreef het gedicht De vrouw veur oog’n hoaln, gepubliceerd in Gedichten van eigen erf ( Hengelo : Broekhuis, 1981). Daarin beschrijft ze hoe een turfschipper denkt over de rol van zijn vrouw als scheepsjager.Haar vader werkte in een suikerfabriek in Lemelerveld. Ze leerde liedjes van haar grootvader van moeders kant, uit een boerenfamilie uit Lemele.Op 27 juni 1981 werden in Wierden door Ate Doornbosch opnames van haar gemaakt met vier uit Lemele afkomstige Nederlandstalige liedjes. Deze zijn te vinden op de website van de Liederenbank.
De Darde Klokke
De Darde Klokke; drie moandeleks tiedschrift veur Ommen en de Gemienschap van Oll Ommen, verschijnt sinds 1962. In het tijdschrift worden regelmatig verhalen, gedichten en artikelen opgenomen in het dialect van de Vechtstreek. Voor een overzicht zie: http://www.oudommen.nl/inhoud-darde-klokke-1e-serie/
Philomè€ne C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn
Dr. Philomè€ne C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn (1953-) maakt als projectleider streektaal deel uit van de wetenschappelijke staf van de IJsselacademie. Zij schreef ‘Het dialect van Ommen : klank- en vormverschijnselen’ (Kampen : IJsselacademie, 1998. 80 p), met bijdragen van oud-Ommenaar dominee G.J. Martens (1938).
Bert de Haan
Bert de Haan (Beerzerveld, 1951) runde met compagnon Lex tot 2006 het Enschedees reclamebureau SIR, waar hij ook copywriter was. Bert is medeorganisator van diverse culturele evenementen. In 1999 werd de ziekte van Parkinson geconstateerd. Daarover schreef hij: ‘Ik ben bevoorrecht’ (Enschede : AFdH Uitgevers, 2009. 93 p.) Bert schreef een gedicht in de streektaal: ‘Veur de Veenprinses’. In: De Nieje Tied; blad in ’t plat, nummer 10, april 2004. (Enschede, - De Oare útjouwerij ). Dat begint als volgt: De leste dage bin k an t trekn / met n pröttel van mien moo / Ik leaze oalde kaartn, / bekieke miej ne video: (…)