Hier vindt u meer informatie over de cursus streektaal en streekcultuur, en het inschrijfformulier.

> lees meer over de cursus
> schrijf je in voor de cursus

Auteurs uit
Zwolle

Willem Kloeke

Willem Kloeke (Zwolle, 24-06-1852 - Haarlem, 5-11-1934) vertrok in 1871 uit Zwolle, maar heeft gedurende zijn hele leven een hechte band met zijn geboortestad gehouden en schreef, vooral na zijn pensionering, verhalen in het Zwols. Kloeke werd onderwijzer in Zeist, Arnhem, Dokkum, en hoofdonderwijzer in Weidum, Vreeswijk en Schagen. Uit publicaties van en over Kloeke komt een veelzijdige, geleerde 19de-eeuwse schoolmeester naar voren: onderwijzer in hart en nieren, uitstekend verteller, zeer zorgvuldig en met een brede belangstelling onder meer voor economie, geologie en talen.

Willem Kloeke publiceerde in Driemaandelijkse Bladen onder de naam ‘Willem’ ook een aantal in het Zwols geschreven verhalen: 'Skeldnaemen' (14e jaargang, 1914, p. 125 t/m 131) en 'Peppernöte' (p. 137) en 'Ons kosthuus' (15e jaargang, 1915, p. 96 t/m 100).

In Zwolsche Sketsies (Zutphen, Thieme, 1931) beschrijft Kloeke zijn herinneringen aan zijn jeugd en de jaren als jongvolwassene in Zwolle. De herdruk bevat een woord vooraf en een nawoord van Philomène Bloemhoff-de Bruijn en een index van Henk Brassien (Kampen: IJsselakademie, 1986).

Gesinus Gerhardus Kloeke, zoon van Willem Kloeke (Schagen, 10-07-1887 - Leiden, 5-11-1963) werd een vooraanstaand taalonderzoeker, beroemd door zijn werk De Hollandsche Expansie, over de invloed van prestigieuze streektalen op minder prestigieuze streektalen.

Bron: Wie is wie in Overijssel.nl 

C.M. van Hille Gaerthé

C.M. van Hille Gaerthé (Zwolle, 17-05-1881 - ’s Gravenhage, 31-12-1958) groeide op in het beschermde milieu van de gegoede stand in de rustige provinciehoofdstad, waar haar vader huisarts was. Ze werd een bekende schrijfster van romans voor jonge meisjes. In haar boeken verwerkte ze veel jeugdervaringen. Dat doet ze ook in: De feesten van Det en Nol (Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar, 1924). Daarin beschrijft ze de soms wat angstigmakende rituelen rond palmpasen, foekepotterij en paasvuren, maar ook de vreugdevolle belevenissen op de vrijdagmarkt van de stad Zwolle, gezien en beleefd door een zesjarig meisje. De gesprekken zijn in het Zwols.

Een Oud-Muzijkmeester

Een Oud-Muzijkmeester schreef Un prêutien over Zwolle van veur vieftug joar, gepubliceerd in de Driemaandelijkse Bladen (1908). Daarop reageerde, ook in 't Zwols, professor G. Kalff in 1909 (in nr. 1), en daarna volgden weer stukken van anderen over 't Zwolle van vroeger. De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant nam verschillende artikelen over uit de Driemaandelijkse Bladen, wat ook in die krant weer voor reacties zorgde.

De herinneringen van een Oud-Muzijkmeester beschrijven het Zwolle van voor 1860 en ‘ik heb sedert Zwol verlaten en niet terug gezien.’ In zijn prêutien vertelt de Muzijkmeester onder meer over het met Pasen gehouden kinderfeest op de Spoolderberg en over de enkele weken nadien gehouden Potjeskermis (zie ook: J. ten Hove, Geschiedenis van Zwolle. (Zwolle/Kampen 2005, p. 430-431).

Prof. G. Kalff (Zwolle, 30-01-1856 – Sassnitz, 31-08-1923) was leraar te Haarlem en Amsterdam en publiceerde veel over letterkunde. Hij verwierf in 1883 het eerste in ons land toegekende doctoraat in de Nederlandse letteren.

Bron: Nedersaksische Wikipedia 

Willem van der Veen

Willem van der Veen (Zwolle, 1932) is geboren in een huis aan de Grote Markt in hartje Zwolle en was veertig jaar lang journalist bij de Zwolse Courant. Hij kende de stad als geen ander. Hij schreef over de geschiedenis en weet in gedichten de sfeer van de stad goed te vangen, zoals in 'De Pelikaan', 'Diezerstraote' en 'Hoornstegien'. Deze gedichten zijn opgenomen in De Keuze; verhalen en gedichten in de streektaal (Kampen, IJsselakademie, 1995 . p. 82 t/m 84).

Minke Kraijer

Minke Kraijer (Zwolle, 07-06-1950) studeerde Russisch aan de Volksuniversiteit. Ze besteedt veel tijd aan schrijven, tekenen en lezen. Het Zwols ligt haar na aan het hart. Ze is lid van de Zwolse Dialektkringe en haar doel is het Zwols te behouden als volwaardige cultuurtaal. Bij het Deltion College gaf ze van 2000 tot 2012 taal- en cultuurcursussen (acht avonden per jaar), waaraan steeds 24 volwassenen deelnamen. Minke Kraijer schrijft wekelijks een column Zwolse proat in de huis-aan-huiskrant De Peperbus. Korte verhalen in t Zwols en Nederlands zijn gebundeld in Mien Ome Jan... (Zwolle: Evenboer, 2007) en tot 2015 schreef ze jaarlijks de teksten voor het door de IJsselacademie georganiseerde Groot Zwols Taaldictee.

Minke Kraijer schrijft ook regelmatig gedichten in het Zwols, zoals 'De Vechte', opgenomen in Verdan; Oaweriessel schrif (Enschede, Van Deinse Instituut e.a., 1999, maart. 44 blz. 4), 'Stadsbeeld' en 'As Adam ad eweten', opgenomen in: Geen dag zonder gedicht (Zwolle; Waanders, 2009).

Samen met Henk Mulder, Dick Visscher en Philomène Bloemhoff- de Bruijn, schreef Minke Kraijer: Op zien Zwols : woordenboek van de Zwolse taal (Kampen: IJsselacademie, 2009). Ze was vooral de motor van dit project. Daaraan hebben vanaf 1986 veertig personen meegewerkt. Aan het boek is een audio-cd met verhaaltjes toegevoegd, om de uitspraak van de Zwolse woorden te beluisteren. 

Janna van der Waarde

Janna van der Waarde werkte vele jaren bij het Kerkelijk Bureau van de Nederlandse Hervormde Kerk te Zwolle. Herinneringen aan bijzondere gebeurtenissen en kleurrijke  inwoners van de stad beschrijft ze op anekdotische wijze in Eb ie ze ook nog 'ekend? Zwolse veraelties, met tekeningen van Teun van der Veen (Zwolle; Waanders, 1991).

Loes van 't Haar-de Vries

Loes van 't Haar-de Vries is lid van de Zwolse Dialektkringe. Zij stelde In de Zwolse pot (In eigen beheer, 2007) samen, een kookboek waarin ze de ingrediënten en de beschrijving van de recepten zoveel mogelijk in het Zwols heeft ‘edoan umdä-k aope dät ok ’t Zwolse dialect niet verlören zal gaon.’ Ook vertaalde ze spreekwoorden in het Zwols. Die zijn gebundeld in: Spreekwoorden, uutdrukkings, gezegdes, dooddoenerties, spreuken, ofmakerties en zegswiezen van onder de Peperbusse (In eigen beheer, 2007).

Bert Vrieling

Bert Vrieling uit Zwolle werkte met 'Meziek' mee aan het dialect-muziekproject van de IJsselacademie Uutsprèken (IJsselacademie, cd,  2006). Hij schreef ook Sukerbulte en Verrekte Zwollenaeren. Deze nummers zijn niet uitgebracht, maar hij heeft ze wel voor publiek gezongen.

IJsselacademie

De IJsselacademie is opgericht in 1977, op initiatief van de burgemeester van Kampen, drs. Sybren van Tuinen. In 1978 begint de IJsselacademie in de regio IJssel-Vecht als onderzoeksinstituut en kenniscentrum voor streektaal, geschiedenis en traditie in Overijssel. Zij geeft cursussen en lezingen en stelt lespakketten samen. Zij is tevens een uitgeverij. Naast het onderzoek naar de streektaal en het uitgeven van woordenboeken van plaatselijke dialecten stimuleert de IJsselacademie het literair gebruik van de streektaal door het organiseren van streektaal –schrijfwedstrijden. In 2014 verhuist de IJsselacademie naar het Historisch Centrum te Zwolle en stopt met de uitgeeffunctie.

Lees over de uitgaven bij: Kampen

Zwolse Dialektkringe

Zwolse Dialektkringe is de plaatselijke werkgroep, in 1986 opgericht door Wim Lubberding, van het samenwerkingsverband Dialektkringe Salland en Oost-Veluwe. Voorzitter is Dick Visscher. Naast het organiseren van bijeenkomsten, gaven ze het boekje uit ‘De Kringe rond; sketsies deur 17 leden van de Zwolse Dialektkring’(In eigen beheer, 2006. 48 p.) en werkten mee aan ‘Op zien Zwols: woordenboek van de Zwolse taal’ (Kampen: IJsselacademie, 2009. 160 p.) De kring kampt met aanwas van jonge leden en is nauwelijks nog actief.

Philomène Bloemhoff-de Bruijn

Philomène Bloemhoff-de Bruijn (Zwolle, 1953) is projectleider streektaal bij de IJsselacademie. Ze studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en promoveerde in 2012 op de ontwikkeling van de Zwolse taal. In haar proefschrift ‘Anderhalve eeuw Zwols; vocaalveranderingsprocessen in de periode 1838-1972‘ staan de vocaalveranderingen centraal die zich gedurende een periode van 150 jaar hebben voltrokken binnen de taal van de stad Zwolle. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van 19e-eeuwse publicaties in deze stadstaal. Zij vergeleek die taal met het modern gesproken Zwols aan de hand van het gedicht ‘De Belofte’.

Girbe Buist

Girbe Buist (Assen, ca. 1958) studeerde geschiedenis aan de Rijks Universiteit Groningen, was vanaf 1986 in Zwolle werkzaam bij de Stichting Kunst & Cultuur Overijssel als adviseur musea en erfgoed. Vanaf 2013 heeft hij een eigen bedrijf ‘Girbe Buist, Belevingsprojecten en verhalen’. Hij schreef verschillende boeken over cultuurhistorische onderwerpen, gerealteerd aan wandelingen en sagen en legenden, Streekwoordelijk (Almere; Van de Berg, 2001. 240 p.) koppelt honderd historische gebruiksvoorwerpen aan Oost-Nederlandse dialectspreekwoorden.

Klaas Hanzen Heeroma

Klaas Hanzen Heeroma (Hoorn, 1909 - Groningen, 1972) werd geboren op het eiland Terschelling. Een jaar na zijn geboorte vertrok de familie naar Zwolle, waar Heeroma Sr. als leraar aan het de christelijke kweekschool was benoemd. Klaas Hanzen doorliep het gymnasium en studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde te Leiden. Daarna volgden vele studies over taalhistorische en taalgeografische onderwerpen. Heeroma werd in 1953 aan de Rijksuniversiteit van Groningen benoemd tot hoogleraar in het Nedersaksische taal- en letterkunde en directeur van het gelijktijdig opgerichte Nedersaksisch Instituut, ondanks dat hij geen van de Nedersaksische dialecten machtig was. Tot zijn belangrijkste wetenschappelijke werk als hoogleraar van het Instituut behoorde het werk aan de ‘Taalatlas van Oost-Nederland en aangrenzende gebieden’, waarvan in 1957 de eerste kaarten verschenen. Heeroma behoorde verder onder het pseudoniem Muus Jacobse tot de toonaangevende protestants-christelijke dichters.

J.K. van Eerbeek

J.K. van Eerbeek (ps. van Meindert Boss; Zwolle, 22-07-juli 1898 – 05-11-1937) is afkomstig uit een gereformeerd middenstandsmilieu. Hij werd opgeleid tot onderwijzer, raakte in militaire dienst besmet door tuberculose en hield daar een zwakke gezondheid aan over. Tot aan zijn vroege dood schreef hij een jeugdboek, zes romans en veel verhalen en novellen. Hij wordt wel beschouwd als de belangrijkste prozaïst van de Jong-Protestanten (1920-1940). ‘De doeve’ ('s Gravenhage : Daamen, 1938. 215 p.) is een roman over een Zwols straatjochie, dat zich afspeelt in het begin van de 20e eeuw. De gesprekken zijn in dialect.

Dieks moet van de boerderij af’, opgenomen in: 'Boeren en burgers' (Kampen : Kok, 1938. P. 68-75.) gaat over een boer die zijn jongste, verstandelijk gehandicapte knecht de dienst opzegt. De gesprekken zijn in het dialect dat rond Zwolle gesproken werd.

Jannie de Boer-van der Sluis

Jannie de Boer-van der Sluis woont aan de Mr.Koolenweg in Westenholte. Ze mocht thuis geen dialect spreken, haar man wel en zij leerde zich de taal aan, onder andere door cursussen van de IJsselacademie en schrijft af en toe verhalen in het Zwols. Ze deed samen met haar man Herman (overleden in 2007) veel werk als vrijwilligster, o.a. in de Grote Kerken en voor het Bijbelgenootschap.

Willem Willemsen

Willem Willemsen (Zwolle, 1949) is ambachtelijk meubelmaker, heeft z'n werkplaats aan de Paxtonstraat 24 te Zwolle, waar hij unieke en enkelvoudige ontwerpen realiseert. Af en toe schrijft hij een gedicht.