Hier vindt u meer informatie over de cursus streektaal en streekcultuur, en het inschrijfformulier.
Over de taal van
Ootmarsum (Oatmöske)
De taal van Ootmarsum: ‘echt’ Twents
Op de streektaalkaart van Nederland uit de Bosatlas ligt Ootmarsum in het gebied waar een variant van het Nedersaksisch wordt gesproken die Twents wordt genoemd. Meer naar het westen wordt Twents-Graafschaps gesproken, dat is het gebied waarin onder andere Rijssen, Vriezenveen en Markelo liggen.
De grens tussen het Twents en Twents-Graafschaps werd in 1948 door Bezoen getrokken. Ten noordoosten van de grens zei men toen keark of kearke voor ‘kerk’ (in het ‘echte’ Twents), meer westelijk kaarke of karke. In Ootmarsum wordt volgens de informanten van het Woordenboek van Overijssel kark gezegd, en wark voor ‘werk’, dat is de meer westelijke variant. Maar echt Twents zijn toch heel veel andere woordvormen in de taal van Ootmarsum.
Als ‘echt’ Twents geldt het gebruik van wel voor Ned. wie. In Ootmarsum wordt bijvoorbeeld gezegd:
Wel kik d’r noa de hoond um? ‘Wie zorgt er voor de hond?’
Wel hef dee schaar anricht? ‘Wie heeft die schade veroorzaakt?’
Een ander oostelijk verschijnsel, wat ook in Tubbergen voorkomt, is het wegvallen van de - e aan het woordeinde in een aantal bijvoeglijk gebruikte woorden en zelfstandige naamwoorden. In West-Twente, bijv. in Wierden, gaan deze woorden uit op - e. Hieronder enkele voorbeelden:
Ootmarsum | Tubbergen | Wierden |
dreug ‘droog’ | dreug | dreuge |
riep ‘rijp’ | riep | riepe |
proem ‘pruim’ | proem | proeme |
peer ‘peer’ | peer | peare |
zön ‘zoon’ | zön | zönne |
Doe en ie
Echt Twents is ook de vorm doe of dow als aanspreekvorm ‘jij’, die echter niet meer in Ootmarsum voorkomt. In Denekamp kan men zowel doe als ie zeggen volgens de informanten van het Woordenboek van Overijssel:
Wat vor weerk dös doe?, of: Wat veur werk doo ie? ‘Wat voor werk doe je?’
Maar voor Ootmarsum gaven de informanten uitsluitend zinnen met ie:
Wat kiek ie bang? ‘Wat kijk je bang?’
Zet ie de deur an? ‘Zet je de deur op een kier?’
In de tijd dat prof. H. Entjes opnamen maakte voor de Dialektatlas van Gelderland en Zuid-Overijsel (jaren 60-70 van de vorige eeuw) kwamen in Ootmarsum doe en ie nog beide voor. Ie werd meestal gebruikt in zinnetjes, maar wanneer er expliciet gevraagd werd naar werkwoordvormen, werden doe en ie beide opgegeven. Bij het werkwoord bieden resp. bakken zien we dan:
ie beet en doe bötst ‘jij biedt’
ie bakt en doe bakst ‘jij bakt’.
Aan deze voorbeelden kun je zien dat de uitgang -st van het werkwoord samenhangt met het gebruik van doe. Wordt doe vervangen door ie, dan wordt de werkwoorduitgang -st vervangen door -t.
Prof. G.G. Kloeke heeft in 1931 het gebied is kaart gebracht waar de aanspreekvorm doe werd gebruikt. Het was toen veel groter dan thans en strekte zich uit tot voorbij Rijssen en Wierden.
Lees hier het hele artikel over de taal van Ootmarsum.