Hier vindt u meer informatie over de cursus streektaal en streekcultuur, en het inschrijfformulier.
Auteurs uit
Enschede (Eanske)
H.L. Bezoen
H.L. Bezoen (Enschede, 19-04-1908 – Soest, 02-08-1953). Dr. Herman Lambertus Bezoen heeft als taalgeleerde en dialectoloog een belangrijke bijdrage geleverd voor de beschrijving van het dialect en de bewoners van Enschede en Twente. Hij promoveerde met Klank- en vormleer van het dialect der gemeente Enschede (1938). Tien jaar later verscheen van zijn hand Taal en volk van Twente (Assen; Van Gorcum, 1948. 230 p.). Daarin worden veel oude woorden beschreven en eigenaardigheden van de bewoners en hun bedrijf. Bezoen kon door een ongeluk op 45 jarige leeftijd zijn Twents woordenboek niet afmaken..
Willem Bulter
Willem Bulter (Lonneker, 1944) studeerde Nederlands in Nijmegen en Amsterdam, is docent communicatie aan de UT, schrijft sinds 2012 in het Twents artikelen en recensies die betrekking hebben op de Twentse grammatica en dialectliteratuur. Ook schrijft hij zelf af en toe in het Twents, zoals de gedichten 'n Verske op Dika (1965), Eanske broekt groond (2012)en Kokn en speln (2014), het boek Het wichke van Bliednsteens bleek (2015) en het verhaal Oaldejoarsdag in Eanske en Lönniker: n vuurwearkraamp veurbiej (2016).
Bron: http://www.twentsetaalbank.nl/
Johan Buursink
Johan Buursink (Enschede,30-06-1908 – Glanerbrug, 03-12-1993), journalist en schrijver die beroepshalve over mode en textiel schreef, voelde zich sterkt verbonden met de geschiedenis, volkscultuur en taal van Twente. Daarover schreef hij in het Nederlands en in het Twents. In de regionalistische beweging van de jaren vijftig speelde Johan Buursink een belangrijke rol. Hij schreef essays, novellen, feuilletons, lange en korte verhalen en toneel. Bekend werk van hem is: 'n Rozendaans: allerhand oet Twentelaand: een bundel schetsen en fragmenten in de Twentse streektaal (1950) en het veel geraadpleegde Het boek van de Lonneker landbouw (Enschede, Lonneker Landbouw Coöperaties, 1956. 480 blz.). Laank haor en köt verstaand en Tiel Oelenspeegel zijn opgenomen in Jaarboek Twente 1996, p. 78 t/m 80 en 103 t/m 108).
J.J. van Deinse
J.J. van Deinse (Enschede, 6-01-1867 – 24-02-1947) speelde een belangrijke rol onder de Twentse regionalisten van voor de Tweede Wereldoorlog vanwege zijn onderzoek en publicaties en de vele initiatieven die hij nam en functies die hij bekleedde in de wereld van de Enschedese en Twentse cultuur en geschiedenis. Hij is de schrijver van het Twents volkslied. Verhalen zijn gebundeld in Uit het land van katoen en heide (3e vermeerderde druk: Enschede, Van der Loeff, 1975. XXXII, 870 blz.). Zijn gedichten waren zeer gelefd. De bekendste zijn: Wissinks Möl (1921), De Twenthsche Boerschopp (1923), De Buursche Bekk' met eere möll' (1931), en 'n Osseler es (1934).
Cato Elderink
Cato Elderink (Enschede, 28-02-1871 – 14-06-1941) was één van de eerste letterkundigen die in haar geschriften en haar lezingen met passie de Twentse taal gebruikte. Cato is dochter van een fabriqueur en groeide op in een zekere welstand. Na een opleiding in Amsterdam was ze de eerste gediplomeerde verpleegster in Enschede. Als schrijfster en dichteres wijdde ze zich vanaf 1920 geheel aan haar letterkundige werk, gericht op de cultuur, de taal, de historie, de sagen en het landschap. Bekende bundels zijn: Twènter laand en leu en lèven (1937) en de bundel gedichten Oet et laand van aleer (4e vermeerderde druk: Enschede, Van der Loeff, 1983. 168 blz.), waarin gedichten als: An 't Aamsvèn in 1914, 't Witte wiefken op de broedlagte, 'n Ollenzelschen steen, In den Lönneker Bèrg, en In den Oageler Esch zijn opgenomen.
Zie ook: Twentse taalbank.nl
Herman Engbers
Herman Engbers (Lonneker, 6-10-1919 – 23-07-1998), onderzoeker van veldnamen in Enschede en Weerselo en bestuurslid Historische Sociëteit Enschede Lonneker. Schreef af en toe gedichten, zoals De Lönnker Möl klaagt (1983), Het mooie Twentelaand (1992) en De Mirweentertied (1998).
Zie ook: Twentse Taalbank.nl
Ben Frey
Ben Frey (pseudoniem van Jan Berend van der Velde; Oosterwolde, 17-07-1924 – Enschede, 2012) kwam toen hij nog heel jong was met zijn ouders vanuit Drenthe naar Enschede. Hij werkte zijn hele leven als textielarbeider, maar was ook dichter en performer. Hij begon op de ULO al met schrijven en vanaf 1979 deed hij dat ook in het Twents. Hij was een wegbereider in een tijd dat er nauwelijks in het Twents geschreven werd. Frey liet een enorm oeuvre na, met dichtbundels zoals Heupkes heui (1984), Votropte roed (1985) en ‘n Aander en iej (1991), met verhalen zoals Wat 'n baron Von Münchhausen almoal hef metmaakt (2012), een bewerking van volkssprookjes voor kinderen ‘De oalde spreukskes’ (1998), en artikelen en woordverzamelingen zoals ‘Grammatica van Twents’ (Uitgeverij Van de Berg, Eanske 1994). Na zijn overlijden schreef Harry Morshuis een In memoriam (Jaarboek Twente - 2014 - Nr. 53 –p. 119).
Jo Groothuis-Jonge Poerink
Jo (Johanna Gerritdina) Groothuis-Jonge Poerink (Enschede, 23-11-1920) groeide op in Lonneker. Ze schreef onder verschillende namen; J.N.S., J.G. Groothuis Jonge Poerink, Joop Groothuis, Jo Groothoes. Tussen 1980 en 1988 publiceerde ze af en toe een verhaal in de Twentsche Courant. ‘Het kerstverhaal vertaald in het Tweans noar het Evanglie van Lucas’ publiceerde ze in ‘De Moespot’(1980.12 - Nr. 108), evenals het gedicht ‘Mirweentertied’ in De Moespot (1980. 12 - Nr. 108). Verhaal ‘Keendergedachten in t veurjoar’ is opgenomen in de verzamelbundel ‘Kreenk-krömmel’ (1985).
Het boek ‘Keender van oons volk’ is aanwezig in het openbaar archief Twentse Welle KIC, Enschede. Gedichten en verhalen uit de jaren 1977-1988 zijn als losse typoscripten aanwezig in het besloten archief van de Twentse Taalbank te Enschede.
Zie voor de vindplaats van diverse verhalen en gedichten in kranten en tijdschriften: Twentse Taalbank.
Henny Hamhuis
Henny (H.A.) Hamhuis (Almelo, 1927 – Enschede, 07-08-2011), publiceerde onder het pseudoniem Hennik van 'n Scheenken gedichten en verhalen in het dialect. Hij vestigde zich in Enschede (Usselo) waar hij zijn brood verdiende als reclamemaker en journalist. Van zijn bundel Oonze volk (1978) werden 10.000 exemplaren verkocht, heel veel voor een gedichtenbundel. Een jaar later verscheen de bundel Hèènig an. Daarna werd nog de verzamelbundel All’ns te hoope: wèèrk oet beukskes en heukskes (1987) uitgebracht. Hamhuis publiceerde ook in het Jaarboek Twente en in tijdschriften. In 1988 was hij mede-oprichter en sindsdien vele jaren voorzitter van de Stichting Literaire Manifestaties Enschede. Na zijn overlijden schreef Harry Morshuis een In memoriam (Jaarboek Twente - 2014 - Nr. 53 –p. 119).
Bron: http://transisalania.blogspot.nl/2011/08/henny-hamhuis-hennik-van-n-scheenken.html
Zie voor een overzicht van zijn werk:Twentse Taalbank.nl
Klaas Jassies
Klaas Jassies (Almelo, 1908 - 1979) groeide op in Oldenzaal, voltooide in Deventer zijn HBS-opleiding en begon zijn cariërre als journalist. Enige jaren later werd hij in Enschede redacteur van het ‘Volksblad voor Twente’. In 1963 werd hij directeur van de Deventer Schouwburg - tot zijn pensionering in 1973. Daarnaast was Jassies volop bezig met de Twentse taal. Hij was een zeer geliefde auteur. Hij schreef een enorme hoeveelheid gedichten, verhalen en vervolgverhalen. Die werden veelal gepubliceerd in dagblad Tubantia en later gebundeld uitgegeven. Dichtbundels zijn: ‘Dwerrel'nde blaêre; 'n Beuksken met gedich'n in 't twèènske plat’ (1941) en ‘Vennepluuze’ (1946). Verhalenbundel: De Leestink-leu; n Vetaelsel in Twaens plat (Enschede; Van der Loeff, 1949. 135 p.). Daarna volgde de streekroman ‘Rijpe aren, stille spoelen; een levensverhaal uit Salland en Twente’(Deventer: Kluwer, 1967.214 p.). Daarin komt de verbondenheid met zijn oude en nieuwe woon- en werkplek naar voren. Hierin beschrijft Jassies de wisselvalligheden van het leven van boeren en textielarbeiders, beginnend met de economische crisis in de jaren dertig van de vorige eeuw. De dialogen zijn deels in het Twents, deels in het Sallands en soms van alles een beetje door toevoeging van Nederlandse woorden.
Over Jassies schreef Johanna van Buren het gedicht ‘Besten Klaas’ (1938).
Bron: https://www.rug.nl/research/portal/files/10068036/wieiswie.pdf. Korte biografische schetsen van de belangrijkste Twentse regionalisten.
Knelia
Knelia (ps. van Alida Cornelia Lansink, Enschede, 01-02-1914 – 11-11-1993) ontdekte pas laat haar dichtader. Ze begon omstreeks 1974 gedichten in het Twents te schrijven. Die zijn verzameld in de bundels Gedicht'n in de Twéénsche sproak aower alledaagnse dingen (1985) en Ok goeiendag! (Enschede, Van de Berg, 1993. 80 blz.) Het gedicht Het schoolreisje noar 't Lutterzaand is opgenomen in: Enschedeboek 1980 (Enschede, Gemeente E., 1980. P. 15 t/m 16).
Anne van der Meiden
Anne van der Meiden (Enschede, 04-06-1929) is theoloog en communicatie-wetenschapper. Aan de Rijksuniversiteit Utrecht was hij hoogleraar in de massacommunicatie en de public relations. Van der Meiden werd geboren in een Christelijk Gereformeerd gezin, zijn vader was koster in Enschede, maar Anne van der Meiden werd zelf predikant voor de vrijzinnige geloofsgemeenschap. Op theologisch en religieus terrein is hij steeds actief gebleven en hij heeft vooral baanbrekend werk verricht door het leiden van kerkdiensten in het Twents en het vertalen van de Bijbel in het Twents. Na terugkeer uit het westen is Van der Meiden in Nijverdal gaan wonen.
Overzicht van zijn werk in het Twents: De oale boerschop (1957), Biebel in de Twentse sproake (Heerenveen; Jongbloed, 2009). Deze dundrukuitgave is een bundeling van de zes eerder verschenen delen. Het werk heeft bijna twintig jaren gevergd en werd begeleid door de Stichting Twentse bijbelvertaling, opgericht in 1994. In dat jaar verscheen ook het eerste deel (Nieuwe Testament 1). Het laatste deel (Oude Testament 4) verscheen in 2007, bij uitgever Joh. v.d. Berg, Almere/Enschede. Voor dit werk ontving Van der Meiden de Twentse Taalprijs.Oons herte temeute; Preakn in de Twentse modersproake (Ten Have, 1990).Tien eagen verhalen in de Twentse sproake (Van Deinse Instituut) CD met verhalen die bint hoalden op verscheidene Twentse oavenden.Verleuren kunnigheid; Veertien nieje verhalen in de Twentse sproake (Twentse Welle, 2007) Boek + cd. Mu'js heuren: Biebelverhalen veur jonge leu; prentenboek met teksten van Thea Kroese, Annemike van der Meiden en Anne van der Meiden (Twentse Welle, 2011). Leazen oet de Wiebelbiebelboot; bijbelverhalen in het Twents en Nederlands; met illustraties van Mirjam Boomkamp (Eigen uitgave, 2011). Mirreweentervertealsel; noar Charles Dickens' A Christmas Carol (Enschede; Afdh Uitgevers, 2015).
Lex Meuris
Lex Meuris (Enschede, 1904) publiceerde onder het pseudoniem Graads in verschillende tijdschriften. ‘Pottuffeln’; bundel met 32 gedichten (Oldenzaal, Twents Gelderse Uitgeverij De Bruyn, 1953. 52 p.) Hermien Hoogeveen maakte een keuze uit de ruim 750 knipsels die Lex Meuris bewaarde van zijn eigen publicaties. Die zijn aanwezig in de Twentse Taalbank.
Bert Mutter
Bert Mutter (Enschede, 10-10-1911 – 30-01-1983) begon als werkman maar werd bekend als dichter, zanger, componist en schrijver van veel succesvolle revue’s die gedurende vijftig jaar in veel plaatsen in Twente en de Achterhoek werden opgevoerd. Zo schreef hij van 1950 tot 1980 de teksten van de zeer geliefde Haaksbergse revue’s Allô Jannaô. Zijn gedichten in het Twents zijn gebundeld in 't Krekkeltrumke (Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam, 1982. 48 p.) en Was sas as dös was kaans (Enschede, Witkam, 1976. 48 blz.).
Mien Mooie Twenteland; cd met liedteksten van Bert Mutter, gezongen door Ben ten Donkelaar.
Ben ten Donkelaar (Enschede, 13-08-1940) is muziekproducent en liedschrijver. In de jaren tachtig startte hij samen met zijn echtgenote Ellis Bloemsma het platenlabel NON dat in Nederlandstalige liedjes was gespecialiseerd. Als Ben en Ellis zongen ze vooral teksten in het Twents.
Bron: http://www.streektaalzang.nl/
Dick Schlüter
Dick Schlüter (Almelo, 26-02-1956) studeerde geschiedenis en was enige jaren directeur van t Natuurhistorisch Museum Natura Docet in Denekamp en van t Airborne Museum in Oosterbeek en is medewerker aan de Universiteit Twente. Hij woont met zijn gezin in Enschede. Van 2011 t/m 2013 was Schlüter “Dichter bij Overijssel” en schreef toen ook een gedicht in het Twents; 'n Boetnmaarksn (2011). Daarover schreef de pers: “Provinciedichter van Oaveriessel Dick Schlüter dicht in groewelijk mooi Twents”. Vanaf die tijd publiceert hij regelmatig gedichten in het Twents, zoals De weend (2011), Dröppel en doonder (2012), Keenderbenul (2015) en In kringn um de zun (2016). Op 17 december 2013 koos de NCRV zijn inzending “Hee hef oonder ’n droad hen vretten” (hij is vreemd gegaan) als mooiste dialectgezegde van Nederland.
Gerard Vaanholt
Gerard B. J. Vaanholt (Lonneker, 1948) studeerde in Nijmegen, woont in Oldenzaal en werd journalist bij de Twentsche Courant, (na de fusie) Twentsche Courant Tubantia, was redacteur van de bijlage Stad & Land, waarin hij regelmatig de aandacht vestigde op wat er leeft rond het Twents en de Twentse literatuur en zelf ook verhalen schrijft in het Twents. Hij ontving in 2009 de Twentse Taalprijs. Artikelen zijn gebundeld in Stad en land 2 (2003). En zo kleait wiej verdan...; Wiesheden oet 't Tweantse leaven (Hengel; Broekhuis, 1999) is een bundeling van 900 gezegden die hij gedurende twee jaar in de krant behandelde. Daarna volgde nog de verhalenbundel Zaand (2004) Vaanholt bewerkte twee stripboeken van Suske en Wiske en gaf daar een Twents tintje aan. Dat zijn: 't Zulveren heurnke (2000) en 't Witte wief (2001).
Goaitsen van der Vliet
Goaitsen van der Vliet (Surhuizum, 30-12-1951) groeide op in Friesland, studeerde aan de TU Twente en woont sindsdien in Enschede, waar hij als eigenaar van de Oare útjouwerij boeken uitgeeft in het Fries, Twents en Nederlands en van 1994-2004 ook het streektaaltijdschrift De nieje tied, blad in ‘t plat. Van der Vliet is bedenker, projectleider en conservator van de Twentse Taalbank, de ontwerper van de Standaard Skriefwieze (voor het Twents) en vertaler van diverse gedichten in het Twents. In 2011 ontving Van der Vliet de Twentse Taalprijs voor zijn activiteiten om het Twents te bevorderen en werd ook in dat jaar benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau voor het samenstellen van zijn Dialexicon Twents (meer dan 50.000 trefwoorden) en andere bemoeienissen met de Twentse taal. Samen met Frank Löwik maakte hij een Twentse vertaling van Asterix den Galliër (1997).
Bron: http://www.streektaalzang.nl/strk/geen/overgvln.htm
Bron: http://www.twentsetaalbank.nl
Jack Weener
Jack Weener (Enschede, 5-9-1932 – 19-12-2014) was werkzaam bij Akzo Nobel te Hengelo, publiceerde van 2011 tot zijn overlijden in 2014 met een vaste regelmaat gedichten in de Niejen Bodbreef’. Verhalen zijn opgenomen in de bundels ‘De ofrekkening - Gloepens korte verhalen’ (2014) en ‘Dubbelop’ (2015)
Willem Wilmink
Willem Wilmink (Enschede, 5-10-1936 – 2-08-2003) kwam na een carrière als docent en succesvol dichter en schrijver op oudere leeftijd terug naar zijn geboorteplaats en droeg bij aan de erkenning van het Twents als literaire taal met de publicatie van de bundel Heftan tattat! (Enschede, De Oare útjouwerij, 1992. 35 blz.)
Willem G. Witkam
Willem G. Witkam (Goes, 01-10-1910 – Enschede, 08-08-2003) schreef af en toe een gedicht in het Twents. De gedichtenbundels ‘Twentse vingeroefeningen’ (1982) en ‘Kringloop’ (1996) publiceerde hij onder het pseudoniem Willem van der Goes. Witkam was boekhandelaar en stimuleerde het lezen en schrijven in de streektaal door het oprichten in 1966 van de Twents-Gelderse Uitgeverij, met de uitgave van 160 boeken in de Twents-Achterhoekse reeks (1966) en de Kleine Twentse reeks (1968).
Bron: WieiswieinOverijssel.nl
Boer'n Leu
Boer'n Leu was het revuegezelschap uit Lonneker dat van ongeveer 1974 tot 2014 veel succes had met sketches in het Twentse dialect, afgewisseld met zang en dans. Jan Roerink (Enschede, 1943) schreef en regisseerde elke twee jaar een nieuwe revue en was daarnaast één van de hoofdrolspelers. Hij ontving in 2007 de Twentse Taalprijs als eerbetoon voor zijn jarenlange bijdragen aan Boer'nleu. De revue blinkt volgens de jury uit door hoge kwaliteit en professionale aanpak en mag om die reden gelden als 'een ware ambassadeur voor de Twentse streektaal'. Jarenlang speelden Jan Roerink, Gerda ter Haar, Jan Berenbroek, Gerrit Versteeg, Han Morsink, Ine van Breda, Mariëlle Bergink. Louise Raamsteeboers en Willemien ter Haar mee in de revue, die ieder seizoen ruim vijftig voorstellingen speelde, die door duizenden bezoekers werden bekeken. Het leste bedrief (2012-2014) was de laatste voorstelling van het gezelschap.
Roerink speelde in de RTV Oost - regiosoap Van Jongeleu en oale groond de rol van Hendrik Wildspieker. Roerink ontving in 2013 de Cultuurprijs Overijssel van het Prins Bernhard Cultuurfonds Overijssel.
Gewoon aans
Gewoon aans; onder die naam gaan Louise Raamsteeboers-Vöcker (Twekkelo) en Gerrit Versteeg (Wiene) een nieuwe start maken. Zij maakten jaren lang deel uit van het door Jan Roerink opgerichte gezelschap Boer’n leu, tot de streekrevue stopte vanwege Jans leeftijd. Gewoon aans gaat als regionaal Twents gezelschap, met een mix van ervaring en jong talent, uit van een totaalprogramma, met één verhaal als rode draad door alle schetsjes, echter wel met nagenoeg de zelfde woordkeuze, taalgebruik en nuchtere humor. De overige spelers zijn Rinus Meulman (Markelo), Frank de Wit (Hengevelde), Marjon Stokkers (Boekelo) en Melanie Rouwenhorst (Bentelo). De eerste voorstelling krijgt de toepasselijk titel: VerrasSing.
Bron: http://www.streektaalzang.nl/
Harry Nijhuis
Harry Nijhuis Het prentenboek Opa en Oma Pluis (Bornmeer, 2013. 26 p.) van Dick Bruna is door streektaalconsulent Harry Nijhuis van de Twentse Welle vertaald, met advies van cabaretier Herman Finkers wat betreft het leesritme. ‘Zee warren met Nijn slim wies en opa Pluus har nen gleier maakt’. Bij de thee eten ze ‘möpkes’, want Nijntje, opa en oma Pluis spreken Twents dialect. Dat wordt bijvoorbeeld: 'opa pluus en oma pluus / warren met nijn slim wies / kek der ok vaak achterhen / dat stelden zee op pries'.