Hier vindt u meer informatie over de cursus streektaal en streekcultuur, en het inschrijfformulier.
Auteurs uit
Dedemsvaart (De Vaort)
Harm Jan Wilbrink
Harm Jan Wilbrink (Dedemsvaart, 1971) vertrok in 1990 naar Zwolle, studeerde sociologie in Utrecht en woont sinds 2007 in Moddergat aan de Waddenzee in Friesland. Hij is natuurliefhebber. Wilbrink ontdekte rond zijn 13e dat hij geen normaal Nederlands sprak en keerde de streektaal de rug toe. Tijdens zijn studie kreeg hij heimwee naar het samen in eenzelfde dialect te kunnen spreken. Hij had zich afgewend van de kerk, maar via de kerkmuziek kwam er weer een band. Wilbrink richtte in 2001 de Stichting Vom Himmel hoch op, die van 2002-2004 vijfendertig concerten organiseerde in oude kerken in de omgeving van de IJssel. Toen Dedemsvaart in 2009 haar tweehonderig bestaan vierde, verdiepte Wilbrink zich in de geschiedenis van het dorp en is hij liedjes in de streektaal gaan schrijven. Hij werkte mee aan het project Uutspreken en maakte de CD Zoals de kraai vliegt, met liedjes als Stil an de vaort, O dokter en De molle.
Bron: Historisch Overijssel, jrg. 3, okt. 2007, nr. 3. p. 13-15.
Martin Koster
Martin Koster (Dedemsvaart, 17-07-1950) is geboren aan de Hoofdvaart, waar zijn ouders een kruidenierszaak hadden. Koster studeerde in Groningen bij professor Entjes en ging daarna in Drenthe wonen. Daar neemt hij een belangrijke plaats in tussen de streektaalschrijvers, o.a. als oprichte en redacteur van Roet, Drents letterkundig Tiedschrift. Bij zijn afscheid werd een bloemlezing van zijn werk uitgegeven als Roet-winternummer 2000, met als titel ‘Ave Reest’. Over zijn jeugd in Dedemsvaart vertelt hij in Zölfportret mit Sparzegelties (Zuidwolde, 1995). Martin Koster komt altijd duidelijk voor zijn mening uit en zijn teksten hebben vaak een satirische inslag. In 2011 won Martin Koster de Streektaolpries 2010 van Het Dagblad van het Noorden met ‘Hotel an ’t spoor’+ 8 gedichten en 1 verhaal.
Bron: http://www.hetdrentseboek.nl/auteurs/ 25-koster-martin-1950
Dorothee Spijker
Dorothee Spijker (Slagharen, 1960) woonde lange tijd in Dedemsvaart, maar woont sinds 2004 in Hulsen, gemeente Hellendoorn. Zij is de moeder van Sanne Hans, die bekend is als leadzangeres van de band Miss Montreal. Ook Dorothee Spijker zelf is al haar hele leven met muziek bezig. Ze speelt gitaar en zingt vanaf haar elfde in diverse bands. Sinds 2002 treedt ze solo op met Ierse folk, blues en rock en zingt ze zelfgeschreven liedjes in de streektaal. Ze trad onder andere op tijdens het achtste Zunnewende festival in 2014.
Lucas Jonker
Lucas Jonker (Alkmaar, 3-06-1873 – Dedemsvaart, 27-03-1948) werd geboren op het schip van zijn ouders, dat toen in Alkmaar lag maar Dedemsvaart als thuishaven had. Jonker vestigde zich in 1902 als banketbakker in Dedemsvaart. Hij was actief in de Dedemsvaartse samenleving: Hij zat in een schoolbestuur, in het bestuur van de Hervormde Kerk en in de gemeenteraad voor de christelijke partij (CHU). Lucas Jonker werd ook buiten Dedemsvaart zeer geliefd vanwege zijn feuilleton Harm; Boer'nlèv'n an de Riest, dat vanaf 1928 in de Provinciale Overijsselse en Zwolse Courant verscheen. Dit feuilleton is geschreven in de streektaal die aan weerszijden van de Reest wordt gesproken. In 1929 werd het verhaal door uitgever Martinus Tijl in boekvorm gepubliceerd. Het wordt nu aangemerkt als een klassieke roman die het leven en de aard van de mensen in het Reestdal beschrijft. Op verzoek van veel lezers beschreef Jonker in 1939 het verdere leven van Harm onder de titel Harm, de boer van’t Hoogelaand. Na het schrijven van dit verhaal kreeg hij een bloeduitstorting achter zijn ogen, waardoor zijn zicht verminderde. Als gevolg hiervan kon hij minder schrijven. In 1988 en 1989 heeft de stichting Het Drentse Boek de boeken van Jonker opnieuw uitgegeven en in 2016 verscheen er een Nederlandse vertaling door Bart Kuyer, getiteld Harm (Hardenberg, Heytink)
Bron: Hendrik Nijkeuter, De pen gewijd aan Drenthe's dierbren grond. (S.n.,2001) en Lucas Jonker.nl
Jan Nijensikkens
Jan Nijensikkens uit Balkbrug heeft zich intensief verdiept in de historie van de bedelaarskolonie Ommerschans. Hierover geeft hij lezingen en heeft hij veel gepubliceerd, onder andere in d'Avereester Kroniek, het kwartaalblad van de Historische Vereniging Avereest.
Af en toe schrijft Nijenslikker ook een verhaal in de streektaal, waaronder De dominee, de hane en de vos, dat als volgt begint: Bi’j ’t zien van ’t platien van de olde boerderi’je, de melkbussen en de karke, scheut mi’j een old verhaaltien in de zin. Achter de olde boerderi’je, now ‘De Wheem’, stund vrogger een mooi stevig kiphokke met d’r an vaste een grote starke renne, d’r kun gien kippe uut of vos in. A-j d’r now gaot kieken vin ie op diezulfde stee nog steeds een mooi hokke met een renne met daorin mooie Overiesselse, Welsumer kippen met een hane van hun verzorger Klaas Krol. Maar ik wille met jullie honderd jaar terugge. (…)’, in: cursusboek (Kampen: IJsselacademie).
Luuks Nijsingh
Luuks Nijsingh (Balkbrug, 24-06-1940) is al zijn hele leven boer. In 1985 schreef hij een revue voor de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst in Balkbrug. Andere revues volgden en sindsdien schrijft en zingt hij luisterliedjes in de streektaal die langs de Reest wordt gesproken. Harry de Geeter is zijn vaste begeleider op piano en accordeon. Met hem maakte Nijsingh de cd’s: Goed bedoeld (1996) en Je t'aime oe zo (1997). Nu is Dini Bijker uit de Vinkenbuurt is zijn vaste begeleider op keyboard en accordeon. Cd’s samen met anderen: Luster naor de radio (1991), Noordermuzement 2 (1997), Vanneis (1998),Van hoes oet (2000), Mooie dagen (2007) en Respect veur dialect, deel 1 (2007). Tot slot is er een dvd, getiteld Luuks Nijsingh, uitgebracht (2008).“Niemandslaand”, uitgebracht in november 2016 als single, is als clip te zien op You Tube. In 2017 verscheen: "Jonge, goa niet vut"en "Jan van de Stouwe".
Luister op: https://youtu.be/bD73CI-5TQXO .of nijsinghbalkbrug@hetnet.nl
Klazien Bijker
Klazien J. Bijker-van Hulst (Staphorst, 21-03-1931). Het ouderlijk huis van Klazien stond in Den Hulst, M 86, net over de grens van Nieuwleusen, aan de rand van de bebouwde kom en daarom voelt ze zich meer Nieuwleusense dan Staphorster. Na de huishoudschool moest Klazien thuis op de boerderij meewerken en helpen in de buurt waar dat nodig was bij ziekten, geboorten enz. Na haar huwelijk verhuisde ze na enige jaren naar Woudenberg en daarna naar Balkbrug, waar ze nu nog woont. Klazien schrijft in de streektaal en in het Nederlands en won regelmatig prijzen met verhalen en gedichten die zijn gepubliceerd in bundels van de IJsselacademie. Het verhaal “Hej 't al heurd?” is gepubliceerd in ‘Pennevrucht'n van plattelandsvrouwen oet Overiessel’ (Zwolle, Provinciale afdeling van de Ned. Bond van Plattelandsvrouwen, 1995). Haar verzamelde gedichten zijn uitgegevenin twee bundels: ‘Den Hulst en daaromtrent; gedichten’ (Balkbrug: In eigen beheer, 2006) en ‘In ’t schemerduuster; gedichies’ (Balkbrug: In eigen beheer, 2006).
C.B. van Haeringen
C.B. van Haeringen (Werkendam, 16-05-1892 – Utrecht, 21-06-1983). Professor dr. C.B. van Haeringen stamt uit de bekende vervenersfamilie van Dedemsvaart. Zijn vader Jan van Haeringen (Avereest 26-03-1857) was predikant en getrouwd met de dochter van predikant Jan Hindrik Schoenmakers. Van Haeringen werd in 1945 benoemd als hoogleraar Nederlandsche taalkunde te Utrecht en trad in 1946 toe tot de redactie van ‘De Nieuwe Taalgids’. Hij genoot groot gezag in de vakkringen en daarbuiten. Van Haeringen beschreef de veranderingen in het gebruik van de taal en onderscheidde daarbij toelaatbare provincialismen van ongewenst vulgarisme. Hij aanvaardde tot op zekere hoogte gewestelijke streektaalaccenten, maar vond toch dat: ‘het beste Nederlands spreekt hij, aan wiens uitspraak men niet hoort waar hij vandaan komt’. Van Haeringen stimuleerde Hendrik Entjes tijdens diens MO-B studie de weg van de dialectologie op te gaan. (Lees daarover bij Vroomshoop).
Joh. F. van Haeringen
Joh. F. van Haeringen (Avereest, 1926-1995) is via zijn moeder familie van de al even bekende familie Rooseboom en dat heeft er zeker aan bij gedragen dat hij zo onderhoudend over de geschiedenis van zijn woonplaats weet te schrijven in ‘Voarts an de Voart’ (Dedemsvaart: Rooseboom, 1993.) Een fragment: ‘..Ik was dan goed en wel op de Markt of dan heurd'n ik vake de pianoleraar, meneer Hiemstra, zien oefening'n maak'n op zien mooie instrument. Toonladders, van léége noar hóóge, en dan weer terugge. Over d' hééle lengte van 't toets'nbord gung dat, in 'n rap tempo. Van de zwoare bastoon'n noar de hoge piepgeluud'n. Zo hard klönk dat allemoale, boom'n 't rumoer van de markt uut. "Ràmperde-pàmperde-pàmperde-pàmperde-pàmp". En dan van bóóm'n noar benééd'n as 'n waterval. Ik heuld van muziek en ok disse oefening'n vönd ik machtig mooi. Muziek deud mien fantasie léév'n.’
Bertus Drent,
Albertus (Bertus) Drent, zoon van Jacob Drent, schrijver van ‘Bijdrage tot de geschiedenis van de gemeente Avereest’ (1978) en maker van honderden pentekeningen, had evenals zijn vader grote belangstelling voor de geschiedenis en de taal van Dedemsvaart. Hij is een van de medewerkers van het cursusboek ‘Noordoost-Overijsselse Taal en Cultuur’ (IJsselacademie). Daarin staan verhalen in streektaal over het ontstaan van Dedemsvaart en het gedicht ‘Hoe is ons dialect ontstaon?’ dat begint met: ’t Volk kwamp overal van daon: / Uut Groningen, Drente, Friesland, / Uut d’Achterhoek en Duutsland. / Iedereine had zien eigen taaltien, / dat was dus mit mekare een allegaartien (…) Uut al die verschillende talen en dialecten is zo staodigan een gemienschappelijk dialect ontstaon, dat eigenlijk nog ’t mieste bi’j ’t Drents ansleut.’
Ria Westerhuis
Ria Westerhuis (Oud Avereest, 1959) groeide op aan de Overijsselse kant van de Reest. Haar vader nam de boerderij Klein-Oever over van zijn vader, die afkomstig was uit Witharen en zijn moeder is geboren in Nieuwleusen. Ria woont sinds 1980 aan de Drentse kant van de Reest in De Wijk. Ze schrijft gedichten, liedteksten en korte verhalen in het Nederlands en in de streektaal van de Reest. Toen oud- schoolkameraad zanger-pianist Geert Jan Brader haar in 2004 vroeg om bij hem te zingen is ze zelf teksten gaan schrijven. Voor zijn cd ‘Nog zoveul doen’ (2009) heeft ze veel liedteksten geschreven. ‘Dichter bij elkaar’ (2009) is een cd waarop ze vier gedichten in streektaal en zes Nederlandse gedichten voorleest, begeleid door gitarist Rob Zandgrond. Ze treedt veel op, al dan niet samen met collega-dichters en/of muzikanten. Ria publiceerde in diverse tijdschriften, vooral in het ‘Drents literaire tijdschrift Roet’ en ze publiceerde twee dichtbundels in de streektaal. ‘Minnezinne’ (Beilen: Het Drentse Boek, 2009); een bundel Drentse erotische poëzie, samen met Delia Bremer. Bij de derde druk is een cd verschenen waarop ze hun gedichten voorlezen. ‘Zundags goed’ (Beilen: Het Drentse Boek , 2011) werd genomineerd voor de Streektaalprijs van ‘Dagblad van het Noorden’.‘Teugelloos’ (Meppel: Drukkerijmuseum, 2013) is een bundel Nederlandstalige gedichten. Ria Westerhuis won voor 't gedicht ‘Ruis’ een prijs bij de IJsselacademie te Kampen en ze kreeg de Deventer Poëzieprijs voor’ Nobody’s wife’. In haar teksten wil ze met zo weinig mogelijk woorden zoveel mogelijk zeggen. Een voorbeeld: ‘Leeg // leeg huus / kale plekken op ’t behang / kale plekken op de vloere / onzichtbaor huusraod / leidt een eigen leven / in verbeelding / lege kamers / volle deuzen / lege kasten / vol gemoed / lege plekke / in mien hart’
Bron: Historisch Overijssel; jrg 3, juli 2007, nr. 2. P.17-18
Bron: http://www.hetdrentseboek.nl/auteurs/213-westerhuis-ria-1959
Bron: http://www.riawesterhuis.nl